Hoe vergaat het filmmakers gerelateerd aan het Limburg Film Fonds? Om een vinger aan de pols te houden informeert Limburg Film Office iedere maand naar een actueel project. Dit keer schrijft Kris Förster over het nieuwe project De gouden jaren van het Limburgse voetbal. Deze documentaire gaat over de hoogtijdagen van het Limburgse voetbal – een opwaartse beweging die gecreëerd werd door de sterke positie van de mijnindustrie. Nét op het moment dat Limburg uitgroeit tot de bakermat van het betaalde voetbal in Nederland, worden de mijnen gesloten. Valt het Limburgse voetbal in het gat van de mijnen?

Hoe kwam je op het idee voor dit project?

“Mijn collega Robin Peeters en ik werden in 2022 benaderd door een Limburgse sporthistoricus: Hans Donners. Als sporthistoricus houdt hij zich met name bezig met de Limburgse voetbalgeschiedenis. De afgelopen jaren heeft hij veel onderzoek gedaan naar de rol die het Limburgse voetbal heeft gespeeld in het ontstaan van het betaalde voetbal in Nederland. Wat aan dat verhaal heel interessant is, is dat enkele Limburgse voetbalclubs in de jaren ’50 en ’60 enorm succesvol waren, precies op het moment dat de Limburgse steenkolenmijnen hun hoogtijdagen beleefden. De clubs werden ook direct of indirect gefinancierd met geld dat was verdiend in de mijnen. Maar toen opeens – eind jaren ’60, begin jaren ’70 zakten al die clubs weg, terwijl andere clubs die mede aan de basis stonden van het betaalde voetbal wel succesvol bleven. Enkelen zelfs tot de dag van vandaag.”

Wat was het plan van Hans?

“Hans Donners vroeg zich dus af of er een causaal verband tussen de geschiedenis van de mijnen en die van het betaalde voetbal in Nederland. Aangezien wij met name documentaires maken over Limburgse cultureel erfgoed klopte Hans Donners bij ons aan met de vraag om hier een documentaire over te maken.”

En jij sloeg hier gelijk op aan?

“Ik vond het onderwerp inderdaad van meet af aan interessant. Als historicus omdat ik tot nu nog nooit een documentaire over een sporthistorisch onderwerp heb gemaakt, en persoonlijk omdat ik mijn jeugd regelmatig zelf naar Roda JC ging kijken, eerst met mijn opa en later met klasgenoten. Daar heb ik nog steeds hele goede herinneringen aan. Al pratende met Hans Donners bleek dat één van de voorgangers van Roda JC – Rapid ’54 – een zeer belangrijke rol heeft gespeeld in bovenstaand verhaal. Daarmee was er opeens ook een hele persoonlijke band met het onderwerp. Het maken van deze documentaire maakte het ook mogelijk om in de wereld van wijlen mijn opa te duiken, die zijn hele leven trouw naar de wedstrijden van Roda JC (en haar voorgangers) is gegaan, en ook jarenlang op de Willem Sophie in Kaalheide heeft gewerkt. Deze film maakt het voor mij dus mogelijk om een belangrijk deel van zijn leven als het ware te reconstrueren, omdat ik – achteraf helaas – hier nooit met hem over heb gesproken.”

Is er veel informatie te vinden over het onderwerp?

“Ja en nee. Over de mijnen is uiteraard heel veel te vinden. En over de geschiedenis van het betaalde voetbal in Nederland ook. Maar over het verband naar die twee is nog gepubliceerd, dus die kennis gaat afkomstig zijn van sporthistorici als Hans Donners en enkele van zijn collega’s die we hiervoor in de documentaire gaan interviewen.”

Waar in het traject ben je nu?

“Met dank aan een ontwikkelingsbijdrage van het LFF hebben we afgelopen jaar het ruwe idee kunnen ontwikkelen tot een goed uitgewerkt documentaireplan. Het is de bedoeling om een breed palet van sprekers te interviewen over het thema. Zowel in binnen- als buitenland. De Limburgse topclubs van destijds – met name Fortuna ’54 – behaalden hun successen namelijk evenzeer in Nederland als daarbuiten. Heel graag willen we dus ook enkele stadions bezoeken waar destijds gespeeld werd tegen clubs als Real Madrid (Spanje), Boca Juniors (Argentinië), Arsenal, West Ham United, Leeds (Engeland), Bayern München (Duitsland), en Botafogo (Brazilië). In de eerste plaats om te laten zien hoe groot de arena was waarin de Limburgse topclubs destijds opereerden (en die tegenwoordig nauwelijks nog voor te stellen is).”

En op productioneel vlak?

“Productioneel zouden we bij wijze van spreken morgen al kunnen beginnen met de eerste opnames, maar helaas moeten we eerst nog een hele belangrijke hobbel nemen: het vinden van de financiering.”

Hoe gaat het daarmee?

“Zoals vaak is het vinden van de financiering het lastigste van allemaal. De productie van de documentaire is begroot op circa €150.000. Het goede nieuws is dat een aantal partijen al bedragen hebben toegezegd. Het slechte is dat het allemaal relatief kleine bedragen zijn. Vooralsnog hebben we nog niet de partij gevonden die de spreekwoordelijke ‘grote vis’ zou kunnen dan wel willen bedragen, dus waarschijnlijk gaat het dekkingsplan bestaan uit een heleboel ‘kleine vissen’. Ik houd mij uiteraard aanbevolen voor goede tips!”

MORE NEWS