Hoe vergaat het filmmakers en -filmprojecten die geld hebben gekregen van LFO? Om een vinger aan de pols te houden informeert Limburg Film Office om de zoveel tijd naar actuele projecten bij filmmakers. Ditmaal aan het woord: regisseur en producent Jotja Bessems over haar project Grenzen, waarover in 2021 ook al een blog is gemaakt. De documentaire is in die tijd in bepaalde opzichten veranderd: Jotja onderzoekt niet meer drie maar twee grensgebieden, en de documentaire is meer essayistisch van aard geworden.

Hoe ontwikkelt je project zich?

“Het gaat over een super interessant thema (grenzen) en is de laatste tijd alleen maar actueler geworden. Tegelijkertijd is het een groot en ingewikkeld project. Ingewikkeld, omdat het niet om een bestaand verhaal gaat of een persoon die je volgt, maar om een filmisch essay over een specifiek thema. Iets dat je creëert uit niets. Dat geeft veel vrijheid, maar maakt tegelijkertijd de mogelijkheden ook heel breed. Je hebt een heel strak format nodig. Het thema is leidend en alles moet daarmee in verband staan: personages, structuur, vorm- en stijlelementen.”

Wat heeft dat inhoudelijk voor gevolgen?

“Er zijn altijd verschillende triggers die leiden tot een plan. In eerste instantie was ik geïntrigeerd door het verhaal van een Kerkraadse familie die drie grensgebieden bestrijkt. Tijdens de research in de verschillende grensgebieden (Nederland-Duitsland, VS-Mexico, voormalig Oost- en West-Duitsland) werd duidelijk hoe complex zulke gebieden zijn, en hoe moeilijk grijpbaar het begrip grens eigenlijk is. Hoe dichterbij je komt, hoe minder de grens lijkt te bestaan. Uiteindelijk wil ik een film maken over grensbewoners en wat leven op de grens betekent voor je identiteit. Daarmee baken je het thema steeds verder af. 

De film concentreert zich nu op twee geografische grensgebieden, de Nederlands-Duitse grens in Kerkrade/Parkstad en de Amerikaans-Mexicaanse grens in het Texaanse El Paso. Het Limburgse grensgebied vormt het vertrekpunt van het verhaal. Daarin wil ik de verhouding tussen jezelf en de ander onderzoeken, die in een grensgebied vaak heel dubbelzinnig is, vol tegenstrijdigheden. Wat doet dat met je en hoe ga je daarmee om? En wat betekent dat voor onze samenleving? De huidige maatschappelijke ontwikkelingen en recente verkiezingsuitslag maken het verhaal voor mij alleen maar nog urgenter. De film als case study naar onze relatie met de ander.”

En financieel?

“Over de route van financiering ben ik nog niet uit. Ik heb verschillende wegen onderzocht: ga je op zoek naar een externe producent en een landelijke omroep, of houd je het meer zelf in de hand (samen met de huidige producent MaiLena), en kijk je naar meer regionale en kleinere fondsen? Ik heb een aantal fondsen gevonden dat thematisch aansluit. Maar het gaat toch om een behoorlijk bedrag en kleine fondsen aanschrijven betekent vaak net zoveel werk als grote fondsen benaderen. Aan de andere kant vinden grotere fondsen het vaak juist een meerwaarde als meerdere, ook kleine subsidiënten het initiatief ondersteunen, omdat dat aangeeft dat er draagvlak voor is.

Uiteindelijk is alles afhankelijk van het soort film dat je maakt. Als het bijvoorbeeld een meer associatieve film wordt, zou je eerder aan een Nederlands Filmfonds denken dan aan omroepen. Komende tijd ga ik het verhaal en de structuur verder vormgeven. Daarmee zal ook de financiële route duidelijk worden.”

Je hebt het over vormgeven. Wat betekent dat precies voor een project als dit?

“Met vormgeving bedoel ik welke structuur het verhaal gaat krijgen, en welke elementen daaraan bijdragen. Wat wordt de stijl van cameravoering, geluid, montage? Hoe ga je de thematiek precies verbeelden? En wat wordt de verbindende factor, ben ik dat zelf als maker, of niet? En zo ja, op welke manier ga je dat doen? Ga je bijvoorbeeld met voice over werken of niet? Allemaal keuzes die het filmplan concreet maken.”

Hoe zie je de toekomst van het project?

“Al met al is het een lang traject: inmiddels werk ik alweer een paar jaar aan dit plan. Naast dit vrije werk maak ik ook veel films in opdracht of in samenwerking met organisaties. Die combinatie is heel tof, maar vaak ook ingewikkeld. Soms moet je het project een tijdje laten liggen, ook al wil je er graag mee door. Maar het kan ook juist goed zijn om afstand te nemen. Hoewel ik vaak eindelijk eens van start wil, denk ik dat het lange rijpproces het plan uiteindelijk alleen maar beter maakt. Soms heb je alle omzwervingen nodig om bij de kern uit te komen. En niet te vergeten; de onmisbare hulp van coaches en andere mensen die met je meedenken.”

MORE NEWS